Loodgieterswerk was en is nog steeds een van de beroepen waar de meeste vraag naar is in Spanje. Je hoeft alleen maar een afspraak te maken met een professional om te zien dat de wachtlijsten wel anderhalve maand lang zijn. Ondanks de vraag is de realiteit anders, want steeds minder jongeren willen zich hieraan wijden. De reden hiervoor is volgens Santi, een 37-jarige loodgieter met meer dan 20 jaar ervaring in de sector, duidelijk: de fysieke inspanning die het werk vereist, wordt niet gecompenseerd door de salarissen die tegenwoordig worden betaald.
Santi heeft dit uitgelegd in een interview in de podcast Sector Oficios. “Als je een jongere vertelt dat hij 1200 euro kan verdienen achter een computer en 1200 euro als loodgieter, waar zou jij dan heen gaan?”, vraagt hij. Voor hem is de enige manier om in deze sector succesvol te zijn, als zelfstandige, door overuren te maken of in het weekend te werken, waardoor het inkomen kan worden verhoogd. Toch waarschuwt hij: “Loodgieterswerk laat sporen na. Op mijn 37e heb ik al last van mijn knieën“.
Je verdient wat je werkt
De loopbaan van Santi weerspiegelt hoe de sector zich heeft ontwikkeld. Op 18-jarige leeftijd, na een stageperiode, tekende hij zijn eerste contract, waarbij hij 600 euro per maand verdiende voor een volledige werkdag. Na een jaar werkte hij alleen nog maar in huizen, en toen hij om loonsverhoging vroeg, verhoogde het bedrijf zijn loon tot 900 euro. Maar hij “nam geen genoegen”.
De sprong kwam via mond-tot-mondreclame: een ander bedrijf bood hem 1.200 euro, het dubbele van zijn oorspronkelijke salaris. Kort daarna stapte hij over naar een bedrijf dat nieuwe gebouwen neerzette, waar hij 1.400 tot 1.500 euro verdiende. “Daar voelde ik me helemaal thuis”, herinnert hij zich.
Al snel begreep hij echter dat het echte geld buiten de loonlijst om te verdienen was. “Ik zag dat mensen veel verdienden en ik had een vast salaris. Ik vroeg wat ik moest doen en ze zeiden: word zelfstandige.” Met de kapitalisatie van zijn werkloosheidsuitkering, die volgens hem ongeveer 23.000 of 24.000 euro bedroeg, kocht hij een bestelwagen en gereedschap en begon hij zijn weg als zelfstandige. Sindsdien, zegt hij, “verdien je wat je verdient”.
“Als de lonen niet veranderen, is er geen toekomst”
Naast het geld verdedigt Santi de voldoening die het geeft om “een gezin dat geen warm water had, van warm water te voorzien” of een klus van begin tot eind af te zien. Maar hij erkent dat het fysiek zijn tol eist. “Loodgieterswerk is niet gemakkelijk, je wordt vies, je zit op je knieën en je hebt pijn. Je moet beseffen dat er achter een goed werkende kraan vele uren werk schuilgaan”.
Hij hekelt ook de vooroordelen over zijn beroep: “Men denkt dat een loodgieter iemand is die verstoppingen verhelpt, een viezerik. Dat doe ik niet meer. Loodgieterswerk is veel meer dan dat, en het is cool”.
Tegenwoordig geeft Santi leiding aan een klein team met zijn neef en een jeugdvriend, maar hij maakt zich zorgen over het gebrek aan jongeren die het vak willen leren. Terwijl elektriciteit meer aantrekkingskracht lijkt te hebben, wekt loodgieterswerk nauwelijks interesse. “De gemiddelde leeftijd van de vakmensen is hoog. Ik weet niet waarom jongeren zich er niet toe aangetrokken voelen.”
Het probleem, benadrukt hij, is het salaris. “Als de salarissen niet veranderen, komt er geen opvolging. Er zijn niet genoeg stoelen voor iedereen in kantoorbanen. Er is behoefte aan mensen in de ambachten, maar daarvoor moet het loon waardig zijn.”