Een buschauffeur met een vast contract sinds 1990 heeft een gunstige uitspraak gekregen waarin hem 109.535 euro wordt toegekend nadat hij was ontslagen toen de concessie voor het schoolvervoer in de provincie A Coruña aan een andere aanbieder werd gegund.
Het Hooggerechtshof van Galicië heeft het beroep van de UTE Galicia Lote 3 en de veertien bedrijven waaruit deze bestaat, afgewezen en daarmee de ongerechtvaardigdheid van het ontslag bevestigd, zoals in december 2023 was uitgesproken door de sociale rechtbank nr. 2 van A Coruña.
De werknemer was al meer dan drie decennia werkzaam in het schoolvervoer en stond op de lijst van overneembaar personeel, met een percentage van toewijzing van meer dan 65 procent, zoals vereist door de Galicische kaderovereenkomst voor personenvervoer over de weg. Desondanks weigerde de nieuwe contractant hem in dienst te nemen met het argument dat een groot deel van zijn werktijd geen verband hield met de voorwerp van de aanbesteding zijnde diensten, een argument dat de rechtbank onvoldoende achtte om de uitsluiting te rechtvaardigen.
De rechtbank wijst het beroep af en bevestigt de ongegrondheid ervan
De rechterlijke uitspraak handhaaft de uitspraak in eerste aanleg volledig en verplicht de bedrijven tot betaling van 78.971,84 euro aan schadevergoeding en 30.563,62 euro aan 373 dagen loon vanaf de datum van het ontslag tot de uitspraak. Bovendien worden de appellanten veroordeeld tot betaling van de proceskosten, waaronder 750 euro aan honoraria voor de juridische vertegenwoordiging van de tegenpartij.
Het Galicische hooggerechtshof maakt duidelijk dat de gegadigden zich niet kunnen onttrekken aan hun verantwoordelijkheid door zich te beroepen op restrictieve interpretaties van de toewijzing van personeel, en bevestigt daarmee een criterium dat de werkzekerheid beschermt tegen de wisselvalligheden van administratieve concessies. De uitspraak versterkt de strikte toepassing van de regels inzake subrogatie en betekent een tegenslag voor bedrijven die na wijzigingen in contracten hun personeelsbestand willen inkrimpen.
Met deze uitspraak wordt jurisprudentie geschapen die nuttig is voor de rest van de sector: subrogatie is geen optie, maar een verplichting wanneer aan de wettelijke vereisten is voldaan en de werknemer heeft aangetoond dat hij daadwerkelijk verbonden is met de route of dienst waarvoor opnieuw wordt aanbesteed.